Wat is het gevaar van te veel buikvet? En wat doe je eraan?
Wat is het gevaar van te veel buikvet, vraag je jezelf misschien wel eens af. Niet geheel onbegrijpelijk, obesitas en overgewicht komen in de maatschappij nog altijd steeds vaker voor. En dat terwijl uit onderzoek blijkt dat een teveel aan buikvet een reeks aan gezondheidsproblemen teweeg kan brengen. Volgens het CBS had 50,1% van de Nederlanders in 2019 overgewicht. Problematisch omdat overgewicht logischerwijs gepaard gaat met overtollig buikvet, het vet zelf is niet per definitie slecht, het heeft zelfs een aantal interessante functies, maar met een overschot moet je toch echt oppassen.
Wat zijn de functies van buikvet?
Eén van de functies van het onderhuidse vet is de opslag van energie. Het lichaam verbrandt het vet en verbruikt de energie die hieruit ontstaat bij tijden van voedselschaarste. Een andere functie is de isolatie van het lichaam, het houdt je warm. Ten derde heeft het vetweefsel een beschermende en ondersteunende rol, het vult de lege ruimtes op tussen de ingewanden. Maar het heeft nog een belangrijke rol: het regelt processen door het uitscheiden van adipokines. Wat dat is? Dat zullen we verder uitleggen.
Vetweefsel is een actief orgaan
In tegenstelling tot wat altijd werd gedacht, is vetweefsel een actief orgaan dat boodschappen oppikt en hierop reageert door adipokines uit te scheiden. Er zijn veel verschillende adipokines zoals hormonen, ontstekingsbevorderende boodschappers en andere eiwitten die allemaal hun eigen rol spelen in ons lichaam. Vetweefsel is dus niet alleen een opslagorgaan voor overtollige energie, maar een actief orgaan dat een sterke rol speelt bij stofwisseling en ontstekingen.
Het hormoon leptine
Een belangrijke adipokine is het hormoon leptine. Veel vetcellen in het lichaam betekent veel leptine. De leptine komt via de bloedbaan bij de hypothalamus terecht en bindt zich aan receptoren. De hypothalamus ‘regelt’ vervolgens dat de voedseltoevoer omlaag gaat en de stofwisseling omhoog. Bindt zich daarentegen weinig leptine aan de receptoren dan zal de boodschap zijn dat er meer gegeten dient te worden om het lichaamsgewicht op peil te houden. De stofwisseling wordt dan weer vertraagd. Leptine bewaakt hiermee de balans tussen honger en verzadiging.
Leptineresistentie
Mensen met overgewicht of obese personen hebben een hoger level leptine in het bloed. Bij een langdurig hoge leptinespiegel worden de leptinereceptoren minder gevoelig voor het hormoon. In deze toestand, die leptineresistentie heet, circuleert de leptine dus wel in het bloed, maar de hypothalamus reageert er niet adequaat op. De zin in eten blijft en je gaat dan in de regel meer eten dan je kunt verbranden. Dit heeft zowel verergering van obesitas en/of vetlijvigheid als ook insulineresistentie tot gevolg.
Symptomen van leptineresistentie kunnen zijn:
- Hoge maaltijdfrequentie, ontbreken van verzadigingsgevoel
- Premenstrueel syndroom
- Verlies van libido en andere symptomen gerelateerd aan seksuele interactie
- Onvruchtbaarheid
- Lage schildklierhormoon functie
- Gebrek aan koorts
- Lage energieniveaus
- Prikkelbaarheid, stemmingswisselingen en depressie
- Veel stress
- Geen zin om te bewegen
- Koolhydraatbehoefte, in het bijzonder ‘s nachts
- Grote trek en overeten
- Hoog triglyceridengehalte en hoog cholesterolgehalte
- Hoog bloedsuikergehalte
- Lever Symptomen
- Vermoeidheid
- Slapeloosheid
Een te dikke buik zorgt voor verstoring van de hormonen waardoor een vicieuze cirkel volgt
Heb je te veel vet tussen je organen (het zg. viscerale vet)? Dan heb je grote kans dat de afgifte van jouw hormonen verstoord wordt. Zo is het dus mogelijk dat je bij overgewicht ongevoelig wordt voor leptine. Mensen die overgewicht hebben produceren meer leptine, het hormoon dat je vertelt dat je genoeg hebt gegeten, maar als deze boodschap te vaak binnenkomt kan je lichaam ongevoelig voor het hormoon worden. Op die manier zul je vaker een hongergevoel ervaren en de neiging hebben door te gaan met eten.
Het ontstaan van zwaarlijvigheid of obesitas ligt dan op de loer alsmede onderstaande problemen:
- Ziekte van Dercum (vetgezwellen)
- Hoge bloeddruk
- Ontwikkelen van chronische ontstekingen
- Leptine resistentie
- Verminderde werking van immuunsysteem
- Insuline resistentie
- Pijnlijke gewrichten
- Toegenomen kans op hart- en vaatziekten
Meten is weten
Wil je weten of jij teveel buikvet hebt? Een goede indicator is de omtrek van je buik in centimeters. Je plaatst de centimeter in het midden van
je onderste rib en bovenkant bekken. Voor vrouwen is de grens op 88 cm gezet en voor mannen op 102 cm.
Hoe ontwikkel je buikvet?
Er zijn heel veel verschillende factoren die ervoor kunnen zorgen dat je buikvet hebt ontwikkeld. Voor de meeste mensen geldt een combinatie van factoren: verkeerde voeding, te hoge inname van calorieën, verkeerde verhouding van macronutriënten, regelmatig drinken van alcohol, stress, niet genoeg rust (slecht slapen), medicijnen, hormonale verstoring of te weinig beweging. Bij de meeste mensen is het een combinatie van verkeerde voeding, te weinig beweging en stress. Ook leeftijd, geslacht en familiegeschiedenis met zwaarlijvigheid kunnen een rol spelen.
Wat moet je doen om van je buikvet af te komen?
Een feit: Krijg je meer energie binnen dan dat je nodig hebt? Dan zul je niet van je (buik)vet af komen.
1 Calorie restrictie. Verliezen van buikvet is het best te bereiken door een combinatie van een dieet en training. Om te weten hoeveel calorieën jouw lichaam nodig heeft kun je je laten wegen/meten bij je sportschool of personal trainer.
2 Gezond eten: niet alleen een overschot of tekort kan je lichaam doen veranderen maar ook wat je eet is erg belangrijk om buikvet te doen verdwijnen.
- Verhouding van je macro’s: De verhouding tussen eiwitten, vetten en koolhydraten. De basisregel is 30-30-40%. De exacte verhouding hangt af van verschillende factoren en wat je doel is.
- Bewerkt of onbewerkt voedsel.
- Variatie in je voeding
3 Training/beweging
Training is niet alleen goed voor de verbranding van calorieën, het helpt de vicieuze negatieve cirkel te stoppen en je verbrandingsmotor weer te activeren. Bovendien heeft het positieve effecten op het brein en de darmen.
4 Genoeg slapen en rusten
Een goede nachtrust is belangrijk. Tijdens de slaap maak je groeihormoon aan. Deze helpt bij de reparatie en de groei van cellen en weefsels. Het stimuleert lichamelijk herstel en bevordert genezingsprocessen. Bovendien vermindert o.a. het risico op obesitas, depressies, hart- en vaatziekten en alzheimer.
Ben jij klaar om sportief aan de slag te gaan, maar weet je niet goed waar te beginnen zonder sportschool? Probeer onze thuistrainingen dan eens en maak direct een vliegende start richting een gezonder leven.